Ik voetbal en studeer in New York

8 jan

“Ik wilde reizen, voetballen en studeren. Dat is me gelukt!”

Schermafbeelding 2013-01-08 om 15.39.30

Bas Beverwijk

Afgelopen week heb ik een kleine steekproef gehouden onder een aantal van mijn mannelijke oppaskindjes. Ik stelde hen de vraag: “Wat wil je later worden?” Onder meisjes is het antwoord vaak prinses en onder jongens vaak voetballer. En warempel, zeven van de negen ondervraagden gaven inderdaad aan later graag voetballer te worden. Naarmate deze jongens ouder worden, komen er andere wensen voor de toekomst en verdwijnt het plan om topvoetballer te worden naar de achtergrond. Maar toch, het idee om te leven als voetballer klinkt aanlokkelijk. Reizen, dure auto’s, veel geld en keuze uit een ruim assortiment van mooie vrouwen om mee te trouwen. Alhoewel dat laatste tegenwoordig niet van lange duur lijkt te zijn. Kijk naar een Rafael & Sylvie en Boulahrouz en zijn vrouw Sabia.

Een carrière als topsporter is lang niet voor iedereen weggelegd. Maar als je toch door wil gaan met voetballen, wil reizen en ondertussen ook een diploma binnen wil slepen, dan is het leven van Bas Beverwijk helemaal wat voor jou. Hij heeft Zwolle achter zich gelaten om te voetballen voor CW Post en te studeren in Hickville, New York op de Long Island University . Maar er was veel papierwerk en tijd voor nodig om dit te realiseren.

Aanvankelijk zou Bas één semester in New York verblijven, maar inmiddels is hij daar al bijna twee jaar. Bas kreeg van een aantal mensen commentaar op zijn beslissing om in New York te gaan voetballen, zoals “Amerikaans voetbal is toch van laag niveau?” Volgens Bas is dit zeker niet waar: “Amerikaans voetbal is anders dan wij hier kennen. In Amerika mag je een gewisselde speler later weer het veld inbrengen, hier mag dat niet. Daar moest ik wel even aan wennen. Maar het niveau is hier echt niet lager dan in Nederland, het is alleen in zulke dingen wat anders.”

Ik vroeg hem naar zijn leven in New York:


Heb je nog vragen aan Bas of wil je extra informatie over zijn leven in New York? Benader hem dan via zijn Twitter @BasBeverwijk

De pubers van veertig jaar geleden

23 dec

Als ik zeg; ‘De jeugd van tegenwoordig’, dan heb ik het niet over de populaire Nederlandse groep, maar dan heb ik het over de irritatie opwekkende zin die je als jongeren vaak van ouderen te horen krijgt. Maar de levenswijzen van vroeger en nu zijn dan ook totaal anders. Kijk maar naar vroeger toen jongeren in uniform gehuld naar school kwamen. Tegenwoordig is dit niet meer in te denken. Maar hoe zag het leven van de pubers van vroeger eruit? Om deze vraag te beantwoorden kan ik maar twee mensen vragen.

“Mensen zijn tegenwoordig slaaf van hun mobiel”

Laat ik de mensen die mijn opvoeding hebben verzorgd eerst even voorstellen. Mijn moeder is Janneke Grobecker – van Eijsden, de 53-
jarige Utrechtse. Ze is opgegroeid in een gezin met een oudere zus, tweelingzus en een jonger zusje.

Afbeelding

Mijn moeder op zeventienjarige leeftijd

Mijn vader is Franz Grobecker, 55 jaar, ook hij komt oorspronkelijk uit Utrecht en is opgegroeid in een gezin met drie jongere broertjes. Hoe ze in Sleeuwijk terecht zijn gekomen, mag Joost weten.

Afbeelding (2)

Mijn vader in zijn puberteit

Bij het bekijken van de fotoboeken merk ik op dat mijn ouders ook lang niet altijd even netjes waren. Vooral de boeken van mijn moeder zijn gevuld met foto’s van feestjes en foto’s van een moeder met een sigaret in haar mond. Dat wordt in verschillende bewaarde Sinterklaasgedichten aangehaald.

Janneke, pas dus goed op je eigen,
En probeer wat minder tot roken te neigen.

Van mijn vader zijn opvallend weinig fotoboeken te vinden. Of dat komt om zijn eventueel “buitensporige” verleden geheim te houden, of omdat er inderdaad destijds zo weinig foto’s gemaakt zijn, blijft onzeker. Naar eigen zeggen heeft hij nog nooit gerookt of drugs gebruikt.

Ik stelde mijn ouders een paar vragen om erachter te komen waar ik mijn gedrag vandaan heb:

Stonden jullie ouders het vroeger toe dat jullie uitgingen en alcohol dronken?
Mama: “Ik had ooit eens een feestje van een klasgenoot in Maarssen. Ik werd heel netjes door mijn vader gebracht en stipt om elf uur weer opgehaald. Op die feesten werd ook echt geen alcohol geschonken en werd alles streng gecontroleerd.”
Papa: “Thuis mocht ik wel alcohol drinken, maar met mate. Later dronk ik iedere avond wel een borreltje.”

Hoe zag jullie middelbare schooltijd eruit?
Papa: “De tijd was heel anders. We zeiden netjes tegen alle leraren en leraressen ‘u’ en ‘meneer en mevrouw’. De stof was vooral theoretisch, het was voornamelijk stampen en hard leren en voor de rest niets.
Mama: “Ik weet nog dat we vroeger in Havo 4 op werkweek gingen, maar in de rest van mijn schooltijd hadden we nooit excursies.”
Papa: “Wij gingen ook nooit op excursies, maar dat kwam volgens mij omdat er ooit een meisje is verdronken tijdens een schooluitje. Vandaar dat ze niet meer durfden te gaan.”

Was de jeugd vroeger gelukkiger?
Mama: “Ja, ik denk het eerlijk gezegd wel. Het was naar mijn idee veiliger en rustiger. Er werd ook minder van de jeugd verwacht, er lag minder druk op ze.”
Papa: “Vroeger ging ik gewoon naar vrienden toe, tegenwoordig zie je de jeugd alleen nog maar gestresst op hun telefoontjes kijken.”

Wat willen jullie mij meegeven?
Papa: “Probeer je niet te laten opjagen door je mobiel. Ga vooral op tijd naar bed en neem meer rust.
Mama: “Jij moet niet meer dan vierentwintig uur in een dag willen proppen en leg dat mobieltje af en toe eens weg.”
Papa: “Mensen zijn tegenwoordig slaaf van hun mobiel.”

Ik ben het eens met de laatste opmerking van mijn vader. Ik kan me ergeren aan al die mensen die tijdens een gesprek op hun mobiel blijven kijken. Sommige mensen zijn inderdaad verslaafd aan hun mobiel. Maar mijn ouders zijn niet met de huidige technieken opgegroeid, voor mijn generatie is het heel normaal. Ik zie na het gesprek met mijn ouders wel een aantal dingen die mijn opvoeding hebben getekend. Mijn ouders zijn bijvoorbeeld wat strenger op het gebied van uitgaan. Ik kan natuurlijk nooit met zekerheid zeggen dat dit komt doordat mijn opa’s en oma’s daarin ook wat strenger waren, maar het zou een oorzaak kunnen zijn. Ik ben zeker nog eens van plan om het leven van mijn ouders grondiger uit te zoeken, nu het nog kan. Ik raad het je aan, want heus, het is echt leuk!

Fijne feestdagen!

Ik turn op hoog niveau

20 dec

Lange dagen, korte nachten en veel bier. Heel veel bier. Een voorzichtige omschrijving van het leven van een doorsnee student. Je zal het niet geloven, maar er zijn ook studenten met een regelmatig leven. Neem nou Jorian Ilbrink, zijn droom: Olympisch topturner worden in 2016. Ik sprak hem bij het trainingscentrum Flik Flak in Den Bosch.

Schermafbeelding 2012-06-19 om 10.21.02“Als kleine jongen was ik vaak op de turnbaan te vinden. Mijn zus zat op turnen en door haar ben ik gestart op de kleutergym. Door mijn enthousiasme werd ik uiteindelijk geselecteerd voor de selectie in Deventer. Op mijn zestiende besloot ik dat ik definitief verder wilde met turnen en mij wilde gaan richten op de topsport. Ik heb toen de lastige keuze gemaakt om in Den Bosch op kamers te gaan wonen. Daar kreeg ik een CTO-woning aangeboden, dit zijn woningen speciaal voor topsporters in de buurt van hun sportschool.

Iedere ochtend train ik van acht tot tien. Dat begint natuurlijk met een warming-up, de rest van de ochtend besteden we aan rugoefeningen en krachttrainingen. Vervolgens ga ik naar mijn studie: Marketing communication. En van drie tot zes ben ik weer aan het trainen. In de middaguren train ik vooral op nieuwe toestellen en nieuwe oefeningen.

Ik droomde voor mijn turncarrière al van een functie bij de politie. Maar ik kwam erachter dat dit niet te combineren is met topsport. Stel dat het turnen echt niets wordt, dan wil ik me alsnog voor politieagent inschrijven.

Topsport is niet altijd even leuk. Een groot nadeel is wel dat je er veel dingen voor moet laten. Vroeger moest ik bijvoorbeeld vaak kinderfeestjes afzeggen, vriendjes begrepen dat vaak niet, maar turnen ging voor. En je zal mij niet vaak als echte student in een kroeg zien hangen. Ik moet letten op wat ik doe. Maar ja, ook ik ga weleens uit en drink dan in de kroeg een biertje. Verder zijn er ook nog richtlijnen wat betreft het eten. We hebben een voedingscoach. Met vragen kan ik bij haar aankloppen en ze stelt een schema voor je op. Het is op zich geen probleem als ik af en toe een frietje of een hamburger eet, maar ze let wel goed op mijn vetpercentage.

Ik heb vaak tegen mijzelf gezegd te willen stoppen op mijn hoogtepunt en dat is dan het moment waarop ik niet verder kan groeien. Mijn ultieme hoogtepunten zijn de Olympische Spelen en het EK en WK. Maar toch denk ik dat ik na deze hoogtepunten doorga met turnen, puur omdat ik er ontzettend veel plezier in heb. Mocht ook dat plezier verdwijnen dan wil ik misschien toch de politieopleiding gaan proberen. Maar voorlopig houd ik er nog wel plezier in, als ik heel eerlijk ben is turnen het belangrijkste uit mijn leven.”

Ik ben geadopteerd!

18 dec

Het is het jaar 1993 als Chaminda Kumara in een weeshuis in Sri Lanka terechtkomt. Hij wordt door een Nederlands echtpaar geadopteerd en komt in het kleine Brabantse dorpje Sleeuwijk terecht. In dat jaar wordt hij samen met 814 andere kinderen vanuit het buitenland naar Nederland geadopteerd. Zijn adoptieouders geven hem de naam: Maran.

Maran ten tijde van adoptie

Maran ten tijde van adoptie

Waarom zijn biologische moeder hem destijds heeft afgestaan is niet zeker. Er zijn sterke vermoedens dat dit komt doordat zijn moeder niet gehuwd was. Iets wat in dat land en in die tijd not done was.

Hij werd op straat niet vaak vreemd aangekeken, ondanks dat hij is opgegroeid in een klein dorp. “Ik was denk ik, samen met mijn broer en zus, de enige Sleeuwijker met een getinte huidskleur. Aan mijn broer hebben ze weleens gevraagd of ze hem mochten aanraken, want ze wisten niet hoe een donkere huid aanvoelde. Zulke situaties heb ik nooit meegemaakt.”

Hieronder zie je het openhartige verhaal van Maran, opgegroeid in een klein Brabants dorp, maar geadopteerd vanuit Sri Lanka.

Welkom

17 dec

Bij deze wil ik je heel hartelijk verwelkomen op mijn blog. Vanaf morgen kan je hier verhalen lezen over jongeren die een ander leven hebben gehad dan ik. Vandaag is het startsein en trap ik af met Maran Staal, hij is op jonge leeftijd geadopteerd vanuit Sri Lanka en wil nog altijd zijn moeder eens opzoeken.

Lees vooral mijn about, over wie ik nu daadwerkelijk ben. Heb je nog vragen en/of opmerkingen benader me dan via mijn mail: judithgrobecker@gmail.com of via Twitter @JudithGrobecker.

Heel erg bedankt voor het bezoeken van mijn blog en hopelijk kan ik jullie interesseren.

Judith