Mijn leven staat in het teken van muziek

29 jul
Copyright Marloes Bosch fotografie

Copyright Marloes Bosch Fotografie

Aan de hectische zomer van de achttienjarige Judy Blank, lijkt vanavond een einde te komen. Want vanavond strijdt ze samen met vijf andere kandidaten om de titel ‘De Beste Singer Songwriter van Nederland‘.

“Ik heb de afgelopen weken een groei doorgemaakt”

In de tweede reeks van deze talentenjacht gaat radio-DJ Giel Beelen op zoek naar nieuw muzikaal talent. Vorig seizoen werd Douwe Bob dé grote winnaar. Dit jaar zijn er nog zes kandidaten over, één daarvan is Judy Blank. “Ik deed mee om te zien hoe ver ik was in de muziek.”

Op 3 juni is Judy voor het eerst op de Nederlandse televisie te zien met haar nummer Little Boy. “Little Boy gaat over een jongetje dat zijn moeder ziet vreemdgaan, maar hij weet niet zo goed wat hij er mee aan moet, omdat hij niet weet wat het is.”


“De basis voor dit nummer schreef ik op school, in een tussenuur. Ik bedacht een pianoloopje en bedacht de eerste zin. Het nummer moest over een gezin gaan. In de paar weken daarna heb ik het nummer uitgebreid tot wat het nu is.”

Judy is relatief laat begonnen met het maken van muziek, ze is namelijk pas vijf jaar bezig met haar passie. “Op mijn dertiende begon ik me echt in de muziek te verdiepen. In eerste instantie was het niet mijn bedoeling om muzikant te worden. Ik zag het als een nieuwe hobby. Nu ben ik erachter dat het meer is dan een hobby en dat het een passie is die ik wil uitdragen. Een jaar geleden kwam ik erachter dat ik de Singer Songwriter kant erg leuk vind. Het leukste daaraan vind ik dat er geen regels zijn. Je kunt het zo gek maken zoals jij dat wilt. Het zijn je eigen liedjes en als anderen zich daarin kunnen vinden, dan is dat super mooi.”

“Mijn mooiste moment van deze zomer is voor mij wel dat ik door het winnen van een aflevering met het nummer Foolish child, mocht optreden op het North Sea Jazz Festival. Hier had ik ook een meet & greet met bluesmuzikant Seasick Steve. Hij is bij mijn optreden komen kijken en heeft mij tijdens zijn eigen optreden op het podium geroepen.”

Bekijk hieronder het nummer Foolish child, geschreven voor haar vriend Rens, waarmee Judy het mooiste moment uit haar leven won:


“Het nummer van vanavond moet een nummer zijn die ik al eerder heb gespeeld. Maar nu niet meer alleen met een piano, maar met een drummer, blazers, achtergrondzangeressen en echt alles erop en eraan. Ik heb besloten om nogmaals Foolish child te spelen, omdat mensen  door dit nummer werden geraakt.”

“Ik denk op zich wel kans te maken op de winst vanavond, omdat ik iedere keer iets anders heb laten zien en een groei heb doorgemaakt. Maar uit het commerciële oogpunt dan denk ik eerder dat Maaike Ouboter of Michael Prins gaat winnen. Puur ook omdat ze beide gehyped zijn door de media. Michael is gewoon ontzettend goed en Maaike weet altijd erg te raken. Of ik win of niet, ik weet zeker dat ik iets aan het programma ga overhouden. Ik heb al verschillende aanbiedingen gehad van bookers en een platenmaatschappij die mij verder willen helpen. Voor hun is het verdiensten, maar voor mij ook. Ik denk niet dat ik ineens beroemd ga worden, maar ik wil gewoon lekker kunnen spelen.”

Judy heeft de zomer van haar leven gehad. Benieuwd of zij ook met de winst naar huis gaat? Kijk vanavond naar De Beste Singer Songwriter van Nederland om 20:25 op Nederland 3.

Ik had een zeldzame vorm van huidkanker

12 jul

“Ik ben gelukkiger dan ooit”, vertelt ze me met een glimlach op haar gezicht. We gaan zitten op een bankje in een dorps park. “Ik ben eigenlijk nog gelukkiger dan voor mijn ziek zijn.” Ik vraag aan haar hoe dat zit. Ze zegt me dat ze in haar leven al veel heeft meegemaakt. Op 23 maart 2012 kreeg ze de diagnose huidkanker te horen. “Dit kan er ook nog wel bij dacht ik toen.”

“Na lang revalideren kan ik eindelijk weer stukjes lopen”

De negentienjarige Madelief van de Ree

De negentienjarige Madelief van de Ree

Gewoon een moedervlek
Ik ontdekte gewoon een moedervlek op mijn linkerbeen”, vertelt de negentienjarige Madelief van de Ree. “Althans, ik dacht dat het een gewone moedervlek was. Zo begon het ook. Mijn moeder vertrouwde het niet en wilde per se naar de huisarts. Hij zag er echter geen kwaad in. Een halfjaar later gingen we naar een andere huisarts. Het was iets gegroeid. Ze wilden het wel verwijderen, maar ik zou er een blijvend litteken aan overhouden. Ik ging naar huis om over deze ingreep na te denken. Twee maanden later zag ik het letterlijk groeien en donkerder worden. Ik besloot om het te laten verwijderen. De huisarts heeft mijn moedervlek verwijderd. Dit is op kweek gezet en even later kregen wij een telefoontje van de huisarts. Mijn moeder nam de telefoon op en heeft met de huisarts gesproken. Ik kreeg toen de diagnose te horen. Ik had een melanoom, met andere woorden: een agressieve vorm van huidkanker. Mijn wereld stortte in één keer in. Ik wist in eerste instantie niet wat voor traject ik in zou gaan. Samen met mijn moeder heb ik heel hard gehuild. Alle mogelijke vloekwoorden heb ik er op dat moment uitgegooid.

Het traject van ziekenhuizen en operaties
Ik ging naar een chirurg. Hij vertelde mij dat de dikte van het melanoom heel veel zegt. Hoe dikker het is, hoe minder gunstig de prognoses worden. Je hebt een prognose van 90 procent dat je het overleeft als de melanoom dunner is dan 1 millimeter. Mijn melanoom had een dikte van bijna twee millimeter. Ze gingen er in snijden, mijn vlakken waren schoon. Op vrijdag de dertiende kreeg ik te horen dat het goed was. Maar ik had er geen goed gevoel bij, mijn ouders ook niet. We kregen weinig informatie uit het ziekenhuis. Ik liep met krukken en kreeg een open wond. We zijn overgestapt naar het Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis in Amsterdam. In dit ziekenhuis kreeg ik een schildwachtklieroperatie.

“De schildwachtklier is de eerste lymfeklier in oksel en/of lies, waar een eventuele uitzaaiing van de tumor via het lymfevocht terechtkomt. Bij een schildwachtklierprocedure wordt er enkele uren voor de operatie een blauwe kleurstof en een radioactief middel in het littekenweefsel van de tumor gespoten. Tijdens de operatie wordt de lymfeklier opgezocht waar de radioactiviteit zich ophoopt. Hierdoor kan de plek gevonden worden waar de schildwachtklier zich bevindt. Deze wordt verwijderd en gecontroleerd op uitzaaiingen.”

Bron: VU medisch centrum

Mijn ouders waren tegen deze operatie, maar stonden wel achter mijn keuze. Ik wilde het wel graag, ik wilde weten of mijn lymfeklieren schoon waren. Ook al heb je dan ook geen volledige zekerheid, want de kanker kan ook via het bloed gaan. Helaas waren mijn lymfeklieren niet schoon. ik kreeg op 21 juni 2012 te horen dat de kanker was uitgezaaid. Dan ga je het volgende traject in. Chemotherapie, bestralingen en medicijnen zouden niet gaan helpen. Ik had met een zeldzaam melanoom te maken. Er werden mij drie keuzes voorgelegd:

Optie 1: Niks doen in de hoop dat de uitzaaiingen niet verder zouden gaan. Op voelen zou ik dan verdikkingen moeten voelen en dan zou er ingegrepen gaan worden. Maar in deze vorm had ik geen vertrouwen.

Optie 2: Ik zou mee kunnen doen met een onderzoek. Hierbij bestond er de kans dat ik al mijn lymfeklieren moest laten verwijderen. Deze operatie zou midden in de vakantie, waar ik al weken naar uitkeek, vallen.

Optie 3: Al mijn lymfeklieren verwijderen, met als gevolg het krijgen van lymfoedeem. Dit is een ophoping van vocht. Door deze ophoping is het mogelijk niet meer te kunnen fietsen en lopen. Om dit tegen te gaan zou ik een steunkous moeten dragen en therapie moeten volgen.

Ik heb gekozen voor de derde optie. Bijna al mijn lymfeklieren in mijn linker bovenbeen zijn er uit. Er zijn er in totaal tien verwijderd. Dit deed ik om rust in mijn hoofd te krijgen. Om zeker te weten dat ik er alles aan heb gedaan om de kanker uit mijn lichaam te krijgen.

Revalidatie
Ik kon na de operatie niet normaal zitten, lopen of fietsen. Deze maanden van revalidatie verveelde ik me dood. Ik zag mijn vriendinnen allerlei leuke dingen ondernemen, maar ik kon het niet. School lukte niet, want ik kon niet lang zitten. Na lang revalideren gaat het nu gelukkig beter. Ik kan weer lopen en kleine stukjes fietsen. Wel heb ik er beperkingen aan overgehouden. Ik mag niet veel doen met mijn been, als er iets met mijn been gebeurt, is de kans groot dat ik opnieuw in het ziekenhuis beland.

Kankervrij
Inmiddels ben ik bijna een jaar schoon. Ter controle moet ik iedere drie maanden terug naar het Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis om te controleren of de kanker wegblijft. Met deze vorm van kanker word je pas na tien jaar officieel gezond verklaard. Zelfs na tien jaar bestaat de kans dat het terugkomt. Ondanks deze onzekerheid heb ik eindelijk rust in mijn hoofd gekregen. Ik heb het geaccepteerd, hoe moeilijk het ook is. Door de kanker heb ik alles in mijn leven een plekje kunnen geven. Dat maakt dat ik gelukkiger ben dan ooit!”

Madelief is nog altijd op zoek naar lotgenoten met dezelfde vorm van kanker, tot nog toe zonder resultaat. Herken jij jezelf in dit verhaal, neem dan contact op met judithgrobecker@gmail.com.

Ik zal nooit de nieuwe troonopvolgster worden

28 jan

Stoppen? Nee, dat kan ik niet.

Lang leve de koningin!

Lang leve de koningin!

Ik, de troonopvolgster? Nee. Ik ben gewoon Judith, achttien jaar, wonende in Sleeuwijk en hopelijk journaliste in wording. Ik woon in een gewoon rijtjeshuis, er is hier geen schoonmaakster die de rommel achter me opruimt en ik eet pizza met mijn handen. En eerlijk, ik vind het fantastisch.

Ik heb zelfs de gewoonte om mijn blogs eerst met pen op papier te zetten. Gewoon ouderwets. Maar ik heb vanmiddag een tijd met mijn pen in mijn handen gezeten, starend uit het raam. Bedenkend hoe ik mijn laatste ‘verplichte’ blog invulling ging geven. En ik kan het dan natuurlijk hebben over de aftreding van onze koningin, maar dat doe ik niet. Een portret maken over onze prinsesjes is weer een beetje lastig. Maar toch ben ik wel nieuwsgierig hoe het voor ze is om altijd aandacht te krijgen. Voornamelijk als ze straks in hun puberteit zitten.

In de blog over de kinderen van bekende vaders ging ik daar een beetje op in. Weliswaar zijn ook zij geen troonopvolgers, maar toch. Want hoe is het voor Roxeanne Hazes om afscheid te nemen van je vader samen met duizenden andere mensen? En hoe is het voor Jan Heemskerk Jr. om altijd maar reacties te krijgen op het ‘vreemde’ werk van zijn vader?

Ik schreef in een van mijn eerste verhalen over mijn eigen ouders. Voor dit blog heb ik urenlang alle fotoboeken doorgespit. Op zoek naar het verleden van mijn ouders. “Mensen zijn tegenwoordig slaaf van hun mobiel”, aldus mijn vader. Pas geleden realiseerde ik dat mijn vader daar misschien toch gelijk in heeft. Want mijn mobiel reageerde niet op welke aanraking dan ook. Ik merkte dat ik onbewust toch steeds naar mijn mobiel reikte om Facebook te checken. Misschien dat ik dus gewoon vaker naar de wijze raad van mijn ouders moet luisteren.

Ieder portret is voor mij speciaal. De één is vooral leuk om te maken en de ander is vooral indrukwekkend. Vooral het portret over Marieke greep mij en, zoals uit de reacties bleek, jullie ook aan. Jenneke, de moeder van Marieke, heeft een aantal jaar geleden de strijd tegen kanker verloren. Ik heb haar persoonlijk gekend. Een positieve vrouw, zoals ook uit het verhaal van Marieke bleek. Ik vond het vooral bijzonder dapper dat Marieke dit verhaal wereldkundig wilde maken. Ik wil daarom ook al mijn geportretteerde ontzettend bedanken. Het is lang niet altijd even makkelijk om je verhaal te vertellen.

Vier weken lang, drie keer per week. Dat was de opdracht voor mijn studie journalistiek. Deze weken zitten er nu op. Maar stoppen? Nee, dat kan ik niet. Er liggen nog veel meer ideeën klaar om opgeschreven of gefilmd te worden. PUBERTRET blijft dus, dat is zeker. Wel zal ik met iets mindere regelmaat bloggen. Maar heb je nog ideeën voor onderwerpen, dan zijn die uiteraard welkom. Neem contact op via mail, Facebook of Twitter en voel je vrij om onder mijn blogs te reageren.

Hopelijk tot ziens bij mijn nieuwe blogpost!

Ik kom uit een gebroken gezin

27 jan

Tot de dood ons scheidt? Yeah right. Dat mijn ouders nog bij elkaar zijn, lijkt tegenwoordig uniek. Scheiden, dat lijkt wel een rage. Het is ook niet raar dat bijna iedereen wel een gezin kent, bij wie de ouders uit elkaar zijn gegaan. In 2011 hebben namelijk 32.510 gezinnen een echtscheiding aangevraagd. Zes jaar geleden schrok ik enorm van het nieuws dat mijn oom en tante uit elkaar gingen. Ik had dat destijds nog nooit meegemaakt. Mijn nichtje Nienke was toen negen jaar oud. Nu, zes jaar later, vertelt zij in dit blog haar verhaal.

“Ik was eigenlijk best blij met de scheiding”

Nienke Grobecker

Nienke Grobecker

“Mijn ouders riepen me naar beneden. Ze zeiden dat ze met me wilde praten. Toen kwam eerst het nieuws dat mijn vader een tijdje ergens anders ging wonen. Ik heb op dat moment erg hard gehuild. Later kwam met een zelfde soort gesprekje naar voren dat ze uit elkaar gingen. Dat kwam niet meer als een schok, omdat papa toch al niet meer thuis woonde. Daarom kon ik daar ook beter mee omgaan.

Dat ze gingen scheiden was voor mij toch een verrassing. Ze maakten wel veel ruzie, maar een scheiding was nooit in mij opgekomen. Nadat het nieuws over de scheiding was gekomen, is het allemaal redelijk snel gegaan. Ik ben bij mijn moeder gaan wonen in een ander huis. Verder leek het allemaal normaal, op het feit na dat mijn vader en ik niet meer in hetzelfde huis woonden.

Natuurlijk heb ik eerst veel gehuild. Op school en met familie heb ik wel over de situatie gepraat. Maar later begreep ik wel dat mijn ouders zijn gaan scheiden. Ik vond het eigenlijk zelfs beter. Er is nu veel meer rust in huis, daar ben ik wel blij mee. Ik heb in die tijd geprobeerd om de voordelen ervan in te zien. En ik heb er ook geen moeite mee om twee keer mijn verjaardag of Sinterklaas te vieren!

Of ik nog in ware liefde geloof? Ja, eigenlijk wel. Dat mijn ouders niet in elkaar de ware hebben gevonden, betekent niet dat ik ook nooit de ware zal vinden.”

“Ik zag de pijn in haar ogen”

Mijn nichtje voelt zich relatief goed over de scheiding. Dat Nienke ook de voordelen van de scheiding in heeft kunnen zien, betekent niet dat ze het er nooit moeilijk mee heeft gehad. Maar ik ken ook een meisje, Esmee heet ze. Ik leerde haar drie jaar geleden kennen, ze was toen acht jaar oud. Een leuk, spontaan en vrolijk meisje. Toen ze negen was gingen haar ouders uit elkaar. Bij deze scheiding kwamen verschillende rechtszaken kijken. Ik sprak haar weer toen ze tien jaar oud was. Ik zag de pijn in haar ogen. Er was niets meer over van dat vrolijke en spontane meisje. Ze is sindsdien erg teruggetrokken en er verschijnt maar zelden een glimlach op haar gezicht.

Dat kinderen veel verdriet kunnen ondervinden van een scheiding, hoorde ik gisteren ook in een verhaal van een leraar basisonderwijs in groep 6. Hij vertelde over een gebeurtenis afgelopen week. “Op school kwam er één van mijn leerlingen met zijn moeder binnen. Zij vertelde me dat zij en haar man uit elkaar gingen. Mijn leerling moest hard huilen. Ik heb hem een wit papier gegeven. Wanneer hij zich tijdens de les verdrietig voelde mocht hij op het papier iets tekenen wat hem opvrolijkte. Toen ik later ging kijken zag ik alleen maar tekeningen van een gelukkig gezin.”

In een campagne van SIRE vragen ze aandacht voor kinderen die getekend worden door de scheiding van hun ouders.


Op de speciale campagnewebsite van SIRE is te vinden op welke manieren je hulp kan inschakelen.

Ik zat jarenlang op het schippersinternaat

25 jan

“Ik bel mijn ouders iedere dag, gewoon om te weten hoe de dag was”

Schipperskind Govert Cornet

Schipperskind Govert Cornet

Mijn ouders? Die zag ik in mijn puberteit iedere dag. Soms wilde ik weleens dat ik ze niet zag, puur omdat ik dan weer eens mijn pubergedrag vertoonde en mijn ouders even niet om me heen kon hebben. Govert Cornet (19) zag zijn ouders in zijn puberteit alleen in het weekend. Zijn ouders zijn namelijk schippers en Govert ging vanaf zijn zesde levensjaar naar het schippersinternaat in Werkendam.

Schippersinternaat De Merwede is speciaal voor schipperskinderen en is gevestigd in Werkendam. Geen gekke plek als je bedenkt dat een groot deel van de Werkendamse bevolking in de schipperij werkt. Het internaat vangt kinderen op van zes tot achttien jaar. Het streeft er vooral naar een zo normaal mogelijke jeugd te creëren voor de kinderen. Lees hieronder het verhaal van schipperskind Govert.

Je ouders zijn dus schippers. Hoe vaak zag je ze?
“Ik zag mijn ouders bijna iedere week. Soms waren ze te ver weg met hun schip, bijvoorbeeld in Zuid-Duitsland of in Zwitserland en dan verbleef ik in het weekend bij mijn opa en oma. Ik bel wel iedere dag met mijn ouders om te vertellen hoe de dag is geweest. Ook in de vakanties was ik bij mijn ouders op het schip. Met de Kerstdagen en met Oud & Nieuw lagen bijna alle schepen in de haven. Het is een oude traditie om dan met elkaar Kerst te vieren in Werkendam.”

67202305

Schippersinternaat De Merwede

Wat voor regels gelden er op het internaat?
“Het schippersinternaat heeft bepaalde regels wat met het christelijk geloof te maken heeft. Er waren ook regels die te maken hadden met corvee en regels voor buiten op het voetbal en basketbalveld. Ook was het ten strengste verboden om alcohol te drinken op het internaat. Ik ben daar ook een keer op betrapt. Als je de regels overtreed dan krijg je daarvoor een bepaalde straf, zoals: corvee, strafregels schrijven of een schorsing van een week. Bij 3 schorsingen moet je uiteindelijk het internaat verlaten, maar dat komt eigenlijk nooit voor.”

Je kwam thuis uit school, en dan?
“Als ik thuis kwam uit school dronk ik eerst altijd wat met de begeleiders om even te vertellen hoe het op school was geweest die dag. Daarna trok ik mijn voetbalschoenen aan en ging ik lekker even voetballen met vrienden op het internaat. Na het eten moest iedereen eerst huiswerk maken en daarna hadden we nog even tijd voor onszelf. De dag sloten we altijd af met een drankje en dan lazen we ook een stukje uit de Bijbel.”

Ben je blij dat je op het internaat hebt gezeten of had je liever thuis bij je ouders gewoond?
“Ik heb een supergezellige tijd gehad op het internaat. Ik had dit zeker niet willen missen. Natuurlijk mis je ook de gezelligheid met je ouders, maar daar had ik mijn vrienden voor. Ik had ook hele goede banden met de begeleiders van mijn leefgroep. Het voelde echt aan als een familie. Natuurlijk had ik soms wel eens een meningsverschil met een ander schipperskind of met een begeleider, maar dat spraken we altijd direct uit. Ik heb nog steeds contact met mijn vrienden van het internaat, dat is toch wel erg speciaal.”

Heb je voor je gevoel een normale jeugd gehad?
“Ik kan vooral zeggen dat ik een prima jeugd heb gehad. De band tussen mij en mijn ouders is erg sterk. Ik heb ook nooit het gevoel gehad dat ik iets te kort kwam. Ik ben blij met de tijd die ik op het internaat heb gehad en ik kom nog steeds regelmatig kijken om oude bekende op te zoeken.”

Govert gaat niet de dezelfde kant op als zijn ouders. Hij wil schilder worden. “Ik respecteer het vak absoluut. Zeker als je kijkt hoe groot de moderne schippersvloot van Werkendam is. Maar ik heb toch voor een ander beroep gekozen. Ik ben naast mijn schildersopleiding wel bezig om de benodigde papieren en certificaten te halen, zodat ik altijd nog het beroep in de binnenvaart kan uitoefenen. Als ik ooit in de situatie van mijn ouders zit, zou ik ook mijn kinderen naar het internaat brengen. Het zal niet makkelijk zijn, maar ik heb er een geweldige tijd gehad!”

Op zijn zestiende heeft Govert het internaat verlaten. Hij woont nu samen met zijn oudere zus in het huis van zijn ouders.

Ik ben opgevoed door twee moeders

21 jan

“Ik ben er eigenlijk best trots op”

“Kinderen die opgroeien in traditionele vader-moedergezinnen doen het als volwassenen beter op sociaal, emotioneel en relationeel vlak dan kinderen die zijn opgevoed door twee mannen of twee vrouwen”, zo blijkt uit wetenschappelijke onderzoeken van professor socioloog Mark Regnerus en universitair docent Loren Marks. Maar is dit echt wel het geval? Timothy Biblarz en Judith Stacey analyseerden de diverse onderzoeken die op dit gebied gedaan zijn. Zij komen tot de conclusie dat kinderen die door een homoseksueel echtpaar zijn opgevoed het gemiddeld net zo goed doen als kinderen van een heteroseksueel echtpaar.

De eeuwige discussie hierover blijft bestaan. De meningen zijn sterk verdeeld. Opmerkelijk is wel dat Mona Keijzer, CDA-kamerlid, in een interview met het Katholiek Nieuwsblad zegt: “Ik ben van mening dat twee vrouwen of twee mannen net zo goed een kind kunnen opvoeden als een traditioneel gezin van man en vrouw.” Ze zegt dat het uiteindelijk belangrijk is dat een kind genoeg liefde ontvangt en veilig is.

———————————————————————————————————————————————————-

De 24-jarige Abel Brouwer is opgevoed door twee vrouwen. “Ik heb twee moeders, één biologische en één niet biologische. Mijn moeders zijn getrouwd. Mijn niet biologische moeder heeft drie kinderen, dat zijn mijn oudere broer en mijn twee oudere zussen. Zij zijn voor mij mijn echte broer en zussen. Verder heb ik ook nog een broertje, wij zijn van dezelfde moeder en dezelfde spermadonor. Wij weten niet wie hij is. Vroeger mocht je als donor nog anoniem blijven.”

“De band binnen het gezin is heel erg hecht en we behandelen elkaar ook altijd alsof we een ‘normale’ familie zijn. Zo voelt het voor ons ook. Mijn broer heeft voor mij altijd de plek van een vader opgevuld. Ik heb echter één keer meegemaakt dat ik een vader miste. Ik was bij een vriend thuis en hij was met zijn vader aan het stoeien. Dat was het enige moment dat ik doorhad dat ik dit nooit heb gehad.”

De moeder van Abel gaf in de tijd dat hij op de basisschool zat les op diezelfde school. Daar wist iedereen dus hoe het bij hem thuis zat. “Toen ik naar de middelbare school ging kwam het vanzelf ter sprake voordat mijn nieuwe vrienden bij mij thuis kwamen. Ik heb er ook nooit vervelende reacties op gekregen.”

“Tijdens mijn opvoeding heb ik veel liefde en aandacht gekregen, ook al waren we met vijf kinderen thuis. Ik ben dus heel erg blij met de opvoeding die ik heb gehad. Af en toe ben ik denk ik wel te zachtaardig. Het zou kunnen zijn dat dit komt doordat ik geen vaderfiguur heb gehad. Waarschijnlijk was ik dan een wat harder persoon geweest en zou ik misschien wel meer van me afbijten. Maar het is niet dat ik dat heel erg mis. Ik ben al met al nooit iets te kort gekomen. Ik heb een gelukkige en gewone jeugd gehad, net zoals ieder ander kind, maar dan met twee moeders. Voor mij is mijn leven heel normaal. En eigenlijk ben ik er wel trots op, omdat het redelijk uniek is.”

——————————————————————————————————————————————————–

Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) waren er in 2009 totaal 56.000 samenwonende homoseksuele stellen. In 11% van deze gevallen zijn er kinderen in het gezin aanwezig. Met een kleine berekening kom dat dus neer op een 5,610 gezinnen met homoseksuele ouders, waar kinderen voorkomen.

Bladzijde 109, document 'Steeds gewoner nooit gewoon', van het CBS.

Bladzijde 109, document ‘Steeds gewoner nooit gewoon’, van het CBS.

In bovenstaand figuur is te zien dat zelfwaardering, sociale vaardigheden en depressieve gevoelens bij kinderen van een tweemoedergezin nagenoeg gelijk zijn aan een traditioneel vader-moedergezin.

Is het kwalijk voor een kind om op te groeien in een gezin met twee moeders? Nee, ik denk van niet. Ik denk dat het belangrijk is dat een kind genoeg liefde krijgt van beide ouders, zoals dat ook bij Abel het geval is. Helaas kan een kind ook in een traditioneel vader-moedergezin te weinig liefde ontvangen en een verschrikkelijke jeugd beleven.

Onze beide ouders zijn doof

19 jan

“Vroeger dachten ze dat ze later ook doof zouden worden”

Vanmorgen in alle vroegte ging ik op bezoek bij de familie Bakker. Het gezin bestaat uit: vader Jan-Willem, moeder Corry en kinderen Chaniël (19), Jorim (18), Shemara (16) en Naëma (14). Een gelukkig gezin, maar wel één waarbij het allemaal net iets anders zit dan bij een doorsnee gezin. Vader Jan-Willem is namelijk slechthorend en moeder Corry is doof. Reden genoeg dus om een blik in dit gezin te werpen.

V.l.n.r. Jorim, Jan-Willem, Naëma, Chaniël, Corry en Shemara Bakker

V.l.n.r. Jorim, Jan-Willem, Naëma, Chaniël, Corry en Shemara Bakker

Alleen Jorim is niet thuis, de andere kinderen zitten op de bank en vertellen in gebarentaal aan hun ouders wat ik zeg. Het gaat ze makkelijk af. Volgens Corry leerde haar kinderen de gebarentaal automatisch. Shemara vult haar moeder aan: “Mijn ouders kunnen gewoon praten. Iedere keer als ze iets tegen ons zeiden dan werden ondersteunende gebaren gebruikt. Bij drinken, maakten ze bijvoorbeeld direct het gebaar van een glas naar de mond brengen. Het is eigenlijk net als een taal leren.”

Volgens de kinderen van Jan-Willem en Corry is er nooit ineens het besef gekomen dat hun ouders doof zijn. “Het hoorde er eigenlijk gewoon bij. Er is geen punt geweest waarop ik dat ineens besefte”, zegt Chaniël. Naëma en Shemara knikken. “Toen Naëma vier was gingen we naar haar Kerstmusical op de basisschool. We hadden geen tolk bij ons. Maar Naëma ging uit zichzelf voor ons tolken. Ze vond dat haar ouders moesten begrijpen waar het over ging”, lacht Corry. “Ze dachten vroeger ook dat ze later zelf ook doof zouden worden, zo normaal was het voor ze.”

Naëma vertelt dat ze gisteren nog tegen een lerares per ongeluk ‘ja’ in gebarentaal zei. “Het zag er waarschijnlijk een beetje vreemd uit. Maar voor mij is het heel normaal.” Shemara betrapt zichzelf er ook weleens op dat ze bij haar vriendinnen soms gebarentaal gebruikt. Haar moeder begrijpt dit wel. “Het is ook heel gewoon voor ze. Jorim was nog maar jong toen hij op de basisschool in de kring sprak met gebarentaal. De lerares had hem toen verzocht ‘normaal’ te praten. Ik was toen zo boos, voor hem is dat normaal!”

“Wij maken zeker weleens misbruik van het feit dat mijn beide ouders niet kunnen horen. Ik hou bijvoorbeeld niet van het geluid van een stofzuiger. Vroeger zette ik die weleens uit. Mijn moeder had dat dan pas na een tijdje door”, vertelt Shemara lachend. Corry zegt weleens gedreigd te hebben met een tolk om het gesprek aan tafel te kunnen volgen. “Ze hebben aan tafel soms ruzie. Ik merk het pas als één van hen begint te huilen.”

Allemaal zeggen ze het nooit vervelend gevonden te hebben dat hun ouders doof zijn. “Het is soms wel lastig. Dan zit je in tijdnood en wil je even snel iets zeggen, maar dan moet je rustig de tijd nemen om het aan hen uit te leggen. En soms irriteer ik me wel aan blikken van mensen, ik snap dan niet waarom ze zo raar kijken”, vertelt Shemara. “Vriendinnen hebben ook nooit vreemd gereageerd, het is eigenlijk helemaal niet raar.” Vader Jan-Willem vertelt dat zijn evenwicht slecht is. “Ik kan wel goed lopen, maar rennen gaat niet. Ik kan bijvoorbeeld niet zomaar met ze voetballen.” Volgens zijn vrouw zit daar wel een voordeel aan. “Wij worden nooit zeeziek.”

Op mijn vraag of ze een normale jeugd hebben gehad, knikken ze. “Het is wat anders dan bij veel andere gezinnen, maar voor ons is het heel normaal”, sluit Chaniël glimlachend af.

Ik verloor mijn moeder toen ik twaalf was

18 jan

“Mijn moeder was een fantastische vrouw”

Schermafbeelding 2013-01-18 om 12.22.10Marieke Verhoeven moest in haar puberteit met het verlies van haar moeder omgaan. Ze was twaalf toen haar moeder Jenneke overleed aan een complexe vorm van ‘Baarmoederhalskanker’. Marieke heeft naast haar vader ook nog drie oudere broers en een oudere zus.

Volgens Marieke was haar moeder een sterke vrouw. “Op het moment dat wij dit verdrietige nieuws hoorden zei zij direct ‘Kom op jongens, we slaan ons hier wel doorheen’. Dit was voor mij heel prettig. Hierdoor kon ik omgaan met de ziekte van mijn moeder. Ons gezin was ook heel hecht. We speelden vaak spelletjes en dat doen we nu nog steeds. Mijn moeder was echt een fantastische vrouw.”

Op het moment dat de diagnose wordt gesteld is het belangrijk om zo snel mogelijk in te grijpen. “We kwamen in een traject terecht waarbij ze iedere maand een chemokuur moest ondergaan. Ze werd hier iedere keer ontzettend ziek van. Als ze eindelijk wat was opgeknapt moest ze weer terug voor een behandeling. Uiteindelijk dachten de doktoren dat met een operatie haar baarmoeder weggehaald kon worden en daarmee dus ook de kanker. Dit was helaas niet het geval. De kanker was uitgezaaid en haar lichaam kon de strijd niet meer aan.”

Bekijk in het filmpje hieronder het verhaal van Marieke:

 

Opwekking 488 – De kracht van Uw liefde

“Ik voel uw kracht,
en stijg op als een arend.
Dan zweef ik op de wind,
gedragen door Uw geest,
en de kracht van Uw liefde”

Voor Jenneke was dit een belangrijk nummer. Ze had dit uitgekozen voor haar begrafenis. Voor Jenneke was het geloof iets moois, hierdoor kon ze haar ziekte accepteren.

Op de middelbare school van Marieke was het mogelijk om in een rouwverwerkingsgroep plaats te nemen. Ze heeft hier veel steun uit weten te halen. Dit wordt niet alleen georganiseerd op de school waar Marieke zat, maar op bijna iedere school in Nederland. Zit je in deze situatie? “Zoek steun bij lotgenoten via zo’n groep, praat erover en geef vooral aan wanneer je wilt praten”, aldus Marieke.

Wil je liever niet op je eigen school contact opzoeken? Meld je dan aan voor de lotgenotengroep van het Landelijk Steunpunt Rouw.

Ik ga stapje voor stapje vooruit

14 jan

“Zijn wereld wordt steeds een beetje groter”

555640_100596783427379_935539704_nStapje voor stapje vooruit gaan. Letterlijk en figuurlijk. Want perplex was ik toen ik mijn, toen nog, dertienjarige buurjongen voor het eerst voor ons huis langs zag lopen. Weliswaar met ondersteuning, maar toch. Mijn buurjongen is Niels van der Giessen, inmiddels veertien jaar oud. Tot zijn dertiende kon Niels niet lopen en zat hij vast in zijn rolstoel. Inmiddels zet hij letterlijk stapje voor stapje vooruit en kan hij zelfs al zelfstandig opstaan en enkele meters lopen zonder ondersteuning.

Sinds een jaar of drie is bekend welke aandoening Niels heeft, namelijk het Pitt Hopkins syndroom (PTHS). Een vrij onbekend syndroom dat niet vaak voorkomt.

Bron: Kinderneurologie 

“Het Pitt Hopkins syndroom wordt ook wel aangeduid als de Engelse term Severe Epileptic Encepalopathy with autonomic dysfunction. De term severe betekent ernstig, epileptic geeft aan dat deze kinderen epilepsieaanvallen hebben. (…) Kinderen met PTHS hebben vaak een typisch uiterlijk: het gezicht wordt met de jaren steeds grover, de wenkbrauwen zijn vaak opvallend, de neus is vaak wat breed en de neusvleugels staan naar buiten en de mond is opvallend breed en de lippen zijn vaak vol.”

Familie van der Giessen. V.l.n.r. Inge, Sylvia, Rens, Niels en Reinier

Familie van der Giessen. V.l.n.r. Inge, Sylvia, Rens, Niels en Reinier

Omdat praten voor Niels niet mogelijk is, praat ik met zijn moeder Sylvia. Ze vertelt me dat ze een jaar of drie geleden erachter kwamen wat Niels voor syndroom heeft. Toen ze op een familiedag voor kinderen met PTHS waren, zagen ze dat alle kinderen liepen. “Toen ik al die kinderen zag lopen werd de motivatie groter om het te proberen. De artsen hebben altijd gezegd dat het verschillend is wanneer een kind als Niels het kan. Dat kan op acht jaar zijn, maar ook later. We hebben gelukkig nooit de moed verloren. Het belangrijkste is wel dat zijn wereld groter wordt. Eerst zat hij altijd op konthoogte van de mensen, nu kan hij eindelijk op ooghoogte kijken.”

De hormonen van kinderen met een aandoening zijn sterk door de war gegooid. “Op zijn negende kreeg Niels al haargroei. Inmiddels scheren we hem twee of drie keer per week, anders heeft hij een snor. Best gek dat je op je veertiende al zo vaak moet scheren. Inmiddels komen ook de puisten, ook al is dit voor Niels geen probleem. Hij wordt een puber, maar een jongen als Niels kan niet gillend en stampend de trap op rennen en met deuren gooien. Dat pubergedrag komt door uiting door het geven van een trap. Op die manier kan hij aangeven dat hij het ergens niet mee eens is. Ik kan me dan heel goed voorstellen dat je als kind zijnde gefrustreerd raakt op het moment dat je ouders iets doen wat jij niet wil, maar je het niet kan aangeven. Ik weet niet altijd wat hij bedoelt, maar je leert steeds meer. Zo weet ik inmiddels dat hij aan eten dat hij niet kent eerst ruikt. Om te kijken of het hem aanstaat.”

Een gehandicapt kind kan nog lange tijd ontwikkelingen laten zien. En dus wordt er op dit moment onderzocht hoe Niels het beste kan leren communiceren. “Wij doen mee aan een onderzoek van de Fontys Hogeschool in Eindhoven. Zij hebben een studie: ‘Praten kan ik niet, maar communiceren wil ik wel’. Zij zijn aan het onderzoeken welke manier voor Niels, en voor tientallen andere kinderen, het beste werkt om toch te kunnen communiceren.”

De ouders van Niels hopen dat hij over een paar jaar op zichzelf kan wonen in een nieuwbouwproject in Sleeuwijk, genaamd: Tweede thuis in Altena. Het is de bedoeling dat hij samen met zeven andere meervoudig gehandicapten daar komt te wonen. Zo gaat Niels stap voor stap vooruit en verwacht ik hem nog veel vaker lopend voor mijn huis te mogen begroeten.

Ik heb een bekende vader

10 jan

“Ik had natuurlijk wel eens momenten dat ik wilde dat mijn vader gewoon een timmerman was.”

Ik weet nog dat ik het als klein meisje altijd vreselijk vond als mijn ouders tijdens het boodschappen doen een bekende tegenkwamen. Ik hoopte dan altijd maar dat het gesprek snel afgelopen zou zijn en we weer verder konden lopen. Het lijkt me dan ook echt vreselijk als je ouders bekende Nederlanders zijn en je dus constant aangesproken wordt. Vandaag ga ik op zoek naar hoe het is als je ouders bekend zijn. Jan Heemskerk jr. is de zoon van oud-hoofdredacteur van de Playboy Jan Heemskerk, naar eigen zeggen is Jan wel blij dat zijn vader geen hoofdredacteur meer is. Ook spreek ik met Roxeanne Hazes. Zij is de dochter van de, acht jaar na zijn dood, nog altijd populaire André Hazes. Twee verschillende verhalen en twee totaal verschillende werelden.

Jan Heemskerk jr. met zijn vader Jan Heemskerk

Jan Heemskerk jr. met zijn vader Jan Heemskerk

“Eerst realiseerde ik mij niet zo wat mijn vader deed”, vertelt Jan. “Pas later begreep ik dat het best vreemd is dat je vader voor de Playboy werkt.Ik irriteerde me vooral aan de reacties van mijn vrienden. Het eerste jaar was die aandacht nog leuk, maar na een aantal jaar werd het vervelend. Mijn vrienden dachten ook dat mijn vader erg veel geld had en dat er altijd naakte vrouwen thuis rondliepen. Totaal niet waar natuurlijk. Ik heb mijn vader ook nooit als een bekende Nederlander gezien. Eerlijk gezegd kijk ik ook nooit als mijn vader op televisie is. Natuurlijk ben ik wel trots op hem wat hij allemaal uit zijn tijd als hoofdredacteur heeft gehaald. Maar ik ben eigenlijk wel blij dat hij gestopt is.”

Rachel, Roxeanne, André en André jr. Hazes. Bron: www.andrehazes.nl

Rachel, Roxeanne, André en André jr. Hazes. Bron: http://www.andrehazes.nl

Roxeanne is juist blij met de bekendheid van haar ouders. “Natuurlijk had ik af en toe wel eens momenten dat ik wilde dat mijn vader gewoon een timmerman was. Vooral omdat ik door jaloezie werd gepest. Vroeger trok ik mij dat veel aan, nu snap ik niet meer dat me dat zoveel deed. Van fans hadden we nooit zoveel last, papa ging heel relaxed met zijn fans om en andersom gingen de mensen relaxed met papa om. Uiteindelijk heb ik aan papa’s bekendheid ook mijn carrière te danken. Ik ben heel trots op wat mijn vader allemaal bereikt heeft en dat wij dat als gezin nu voor hem overnemen.”

Een jaar of elf was ze toen haar vader stierf. Samen met 50.000 mensen nam ze afscheid van hem in de Arena. “Ik vond het altijd wel ‘prettig’ dat mensen mee rouwden. Ook al is prettig niet het juiste woord. Het gaf mij echt het gevoel dat ik er niet alleen voor stond. Iedereen had verdriet en dat gaf mij weer troost. Op het moment zelf was ik daar heel erg mee bezig. Ik ben altijd blij geweest met de opvoeding die mijn ouders mij gegeven hebben. Arm, rijk, ik heb het allemaal meegemaakt. Dat maakt de opvoeding van mijn ouders zo sterk. Dré en ik kunnen ons in iedere situatie redden en we zijn in iedere situatie onszelf. Wat mijn moeder betreft, ze is mijn beste vriendin. Ik hoop ooit net zo’n goede moeder te worden. Net als mijn moeder. Alleen zij is de beste, dus dat valt niet te overtreffen!”

Achteraf gezien denk ik dat het uitmaakt wat je gewend bent. Ik denk niet dat door de bekendheid van je ouders je leven per definitie saai of juist spetterend is, maar dat beide voor- en nadelen heeft. Roxeanne sliep op de avond van een concert bij de beste vriendin van haar moeder. Dat was voor haar niet altijd even makkelijk, gezien haar heimwee. Jan raakte geïrriteerd van alle zogenaamd ‘grappige’ reacties op het werk van zijn vader. En ik, ik ben achteraf toch blij dat mijn ouders lekker gewoon zijn gebleven, ondanks dat mijn leven wat minder spetterend is.